Pete Greig is de oprichter van 24-7, een wereldwijde gebedsbeweging, die zich in snel tempo over de wereld heeft verspreid. Onlangs verscheen ‘Dirty Glory’, Pete’s tweede boek over de geschiedenis van de gebedsbeweging, een boek over “de paradox van genade”.
“Ik ben een grote fan van Johnny Cash,” zegt Pete als hem gevraagd wordt waarom hij het boek ‘Dirty Glory’ heeft genoemd. “Het klinkt als een Johnny Cash song.”
“Maar er is nog een reden,” vervolgt hij. “Dit is een boek over de paradox van genade. Het gaat om de centrale gedachte dat volgens mij het verhaal van God van het begin tot het eind gaat over Gods glorie die te vinden is in de vuiligheid en viezigheid van deze wereld. Hoe God smerige en gebroken mensen als ons wil gebruiken om zijn glorie te laten zien.”
Gebroken mensen
“In Dirty Glory vertel ik verhaal na verhaal over mensen die de liefde van God naar heel duistere plekken brengen en daar heel bijzondere dingen meemaken. Ik ben er diep van overtuigd, dat de glorie van God tussen ons gestalte krijgt in het stof en vuil van deze wereld. De Bijbel begint met het moment waar God zijn Geest blaast in een handvol stof. Het Nieuwe Testament begint met de glorie van God, die in een stal geboren werd, incontinent en zonder dat Hij kon praten. Toen groeide Hij op en rekruteerde Hij gebroken mensen, die Hij de opdracht gaf om zijn glorie tot het einde van de aarde uit te dragen. Daar ligt voor mij de paradox. Ik weet niet hoe het voor jou voelt. Maar ik voel me vaak onwaardig en denk juist dat God me niet wil gebruiken.”
“Als ik denk aan 24-7, dan zie ik een beweging die bestaat uit gewone mensen, een beetje ‘dirty’, zeker geen snobs. We blinken niet uit in een heilig leven leiden. Maar we zijn diep gepassioneerd omdat we de glorie van God hebben ervaren. In gebedsruimtes, fabriekshallen, achterstraten, nachtclubs en bars. De wijze waarop wij zending bedrijven is door neer te knielen in de goot, onze handen vies te maken en Gods glorie te zien in mensen die Christus nog niet kennen en door Christus die in ons woont uit te dragen als de Hoop voor deze wereld. We ervaren dat God door gewone, smoezelige mensen zijn glorie laat zien.”
Tekst: Jan Willem Vink