Geplaatst op Geef een reactie

Racisme begrijpen en er vanuit een christelijk perspectief op reageren.

“Niemand wordt geboren met haat voor een ander op basis van huidskleur, afkomst of religie. Haten moet je leren. Maar als je dat kunt, kun je ook leren om lief te hebben, want liefde is voor een mensenhart vanzelfsprekender dan het tegenovergestelde.” – Nelson Mandela

De vreselijke dood van George Floyd in Minneapolis een aantal weken geleden, is van een lokaal incident uitgegroeid tot een wereldwijd protest voor recht en gelijkheid tussen rassen. In elk onderdeel van de Amerikaanse cultuur, van justitie tot politiek, entertainment en sport waren de gevolgen te zien van de protesten die werden geleid door de Black Lives Matter-beweging. En wat in Amerika begon, is de hele wereld overgetrokken. Er zijn wereldwijd duizenden protestmarsen en bijeenkomsten geweest. Er is een gevoel dat er een beslissend punt is bereikt, wat betreft de relatie tussen verschillende rassen in de Westerse wereld.


Ik vind het niet makkelijk om te schrijven over rassen en racisme en nog moeilijker vind ik het om dit te doen vanuit mijn christelijke achtergrond. Als Indiase man die in het Verenigd Koninkrijk woont, heb ik mijn eigen portie vooroordelen en misstanden gehad, vooral op luchthavens. Het is niets vergeleken met wat zoveel anderen hebben meegemaakt, maar het heeft zijn littekens achtergelaten op mijn ziel. Ik raak dan ook snel ontmoedigd als ik weer eens lees over een incident of mishandeling en ik moet continue mijn best doen om geen haat en bitterheid in mijn hart te laten groeien. Tegelijkertijd heb ik het gevoel dat het goed is mijn persoonlijke opvattingen te delen over wat er in de wereld gaande is en over mogelijke manieren om hieruit te komen.

Wat is racisme?
Het is niet eenvoudig om racisme te definiëren want het is een omstreden concept. Over het algemeen komt het neer op het geloof dat de mensheid is onderverdeeld in verschillende rassen, elk met verschillende fysieke kenmerken, gedragseigenschappen en sociale normen, waaruit blijkt dat bepaalde rassen moreel superieur zijn aan andere. Dit leidt tot omgangsvormen en politieke systemen die de inferieure groepen onderworpen proberen te houden aan de macht en wil van de superieure groep.

In de moderne wereld vindt racisme zijn oorsprong in de Europese expansie en wordt het specifiek in verband gebracht met de Atlantische slavenhandel. Maar racisme gaat veel verder terug, naar de tijd van het oude Christendom, waar er een harde scheidslijn bestond tussen de beschaafde en superieure christenen en de heidenen, moslims en joden, die als inferieur werden beschouwd.

Het lijkt soms alsof racisme gewoon is en zelfs fundamenteel voor de menselijke conditie. In het oude India was de gedachte dat een Brahmin, bovenaan het kastesysteem, geboren was met het goddelijke recht om te heersen over de paria’s, de onaanraakbaren, een cultureel gegeven. Er was geen intellectuele basis om deze onrechtvaardige hiërarchie binnen de mensheid ter discussie te stellen. En toch is het hoofdzakelijk de Bijbel, en met name het vers dat er “geen Joden of Grieken meer [zijn], slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen een in Christus Jezus” (Gal. 3:28) waardoor racisme nu als moreel verwerpelijk wordt gezien. Dit betekent niet dat de Bijbel in de Europese cultuur nooit is gebruikt om onrechtvaardige raciale systemen te rechtvaardigen en verdedigen. Zowel in Duitsland in de periode rond de Holocaust als in Zuid-Afrika tijdens de Apartheid, slaagden veel blanke christenen, waaronder kerkleiders, erin om de boodschap van de Bijbel te verenigen met raciale vooroordelen en zelfs rassenhaat. Achteraf is het makkelijk om deze mensen als dom en blind voor de waarheid te bestempelen, maar iedere christen heeft te maken met de verleiding om de Bijbel aan te passen aan zijn eigen culturele context.

De Bijbel en racisme
Er moeten een paar dingen benoemd worden wat betreft de Bijbel en racisme. Allereerst het gegeven dat niemand, ongeacht etniciteit, sociale klasse of geslacht de Bijbel leest vanuit een cultureel neutraal standpunt. Dit betekent dat we moeten accepteren dat onze interpretatie culturele blinde vlekken kan bevatten. De uitdaging is dan ook om te groeien in raciaal zelfbewustzijn als we de Bijbel lezen. Hierbij hebben we de hulp nodig van geestelijke broers en zussen die een andere culturele achtergrond en levenservaring hebben dan wij. Dit vereist nederigheid en openheid om van anderen te leren over onderwerpen zoals rassen en ongelijkheid.

Ten tweede zien we dat, hoewel er bijbelverzen gebruikt zijn om racisme te rechtvaardigen, de algemene boodschap van de Bijbel een ondubbelzinnige veroordeling is van racisme. Racisme is een uiting van zonde en nergens in de Bijbel is daar rechtvaardiging voor. Ten derde biedt de Bijbel ons een robuust en realistisch kader om door te denken en te reageren op racisme. Het schepping-zondeval-verlossingskader is uniek doordat het zowel de veroordeling van overtredingen als de verlossing van de overtreder in zich herbergt. De doctrine van de schepping bevestigt de inherente goedheid van alles wat door God geschapen is en dat ieder mens een uniek beeld van God is. De doctrine van de zondeval legt de duistere neiging in ieder mensenhart  bloot om onze naaste kwaad te doen. Dit verklaart waarom zoveel van het menselijk drama zich afspeelt op het terrein van het domineren en exploiteren van anderen. De doctrine van verlossing geeft ons nieuwe hoop en een nieuwe toekomst te midden van de vreselijke duisterheid en gebrokenheid in onze wereld. Dit gaat niet simpelweg over zielen die naar de hemel gaan na het overlijden, maar ook over de uitwerking en realisatie van Gods werk om deze wereld te veranderen in de richting van de beloofde nieuwe schepping. Dit is geen utopisme, dat de realiteit van de menselijke zonde als onontkoombaar feit tot Christus’ wederkomst ontkent. Het heeft meer te maken met een werk dat Gods heerschappij in de menselijke geschiedenis wil doen toenemen. Wij christenen hebben de onverzettelijke en uitdagende hoop dat de wereld een betere plek kan worden, in lijn met Gods wil.
Dit Bijbelse kader zou de basis moeten vormen voor christelijke actie tegen racisme.

Structureel racisme
Naast de individuele racistische uitingen is er ook structureel (systemisch) racisme. Dit is een geleidelijk opgebouwd, sociaal systeem dat gebaseerd is op beleid, gewoontes en ongeschreven regels, die de raciale hiërarchie en ongelijkheid in stand houden. Bepaalde groepen mensen die uitgesloten worden vanwege afkomst en huidskleur en die onderworpen worden aan de wil en macht van een dominante groep. In zo’n soort systeem biedt blank-zijn allerlei privileges en voordelen, terwijl gekleurde mensen nadeel ervaren. Structureel racisme is wat anders dan een paar mensen die hier en daar slechte dingen doen, het is een heel systeem dat is opgebouwd om sommige mensen in het collectief, in dit geval blanken, voordeel te bieden. En hierin ligt de uitdaging voor christenen.
Een belangrijke blinde vlek voor blanke christenen, specifiek uit evangelische hoek, is een gebrek aan kennis over zonde, voornamelijk dat het niet alleen persoonlijk kan zijn, maar ook structureel. Dit heeft belangrijke consequenties voor hoe we aankijken tegen het probleem van racisme en wat we eraan zouden kunnen doen. Het Westerse individualisme heeft ons blind gemaakt voor wat de Bijbel zegt over collectief kwaad en structureel onrecht. De ideologie van individualisme laat ons geloven dat ik het product ben van mijn individuele keuzes en dat ik de vrijheid moet hebben om mijn eigen keuzes te maken en te leven met de gevolgen ervan. Als ik dus geen racist ben (of dat in ieder geval niet van mezelf vind), dan is racisme niet mijn probleem. Als gekleurde mensen lijden, dan is dat hun probleem. Maar deze visie negeert totaal de Bijbelse kijk op de structurele uitwerking van zonde en hoe we niet ontkomen om óf voordeel, óf nadeel te hebben van racisme. Net als aan erfzonde kunnen we niet ontsnappen aan deze kwalijke realiteit.
Maar als de zonde van racisme zowel persoonlijk als structureel is, wat kunnen we er dan aan doen?

Verlossingsparadox
In het hart van het Evangelie liggen twee paradoxale waarheden tegen elkaar aan: Alle mensen, ongeacht hun huidskleur staan aan de voet van het kruis op hetzelfde niveau. Het menselijke onderlinge vingerwijzen komt op Golgotha aan het licht: Iedereen is een zondaar en heeft Gods vergeving nodig. Maar het kruis gaat niet alleen maar over Gods vergeving voor individuele zonde, het is ook de plaats waar God het onrecht en kwaad overwon, waaronder structureel racisme. Het is een erkenning van Gods solidariteit met degenen die onderdrukt worden. De Zoon van God werd een slachtoffer van structureel onrecht omwille van de bevrijding en vrijheid van allen die daaronder lijden. Als we deze paradox omarmen, heeft dat gevolgen voor de stappen die we zetten. Het is namelijk belangrijk om zowel een berouwvolle houding aan te nemen, waarin persoonlijke opvattingen en handelingen aan bod komen, als een bevrijdende houding, die structureel onrecht en kwaad adresseert.

Mogelijke stappen vooruit
Ik zou de volgende richtlijnen willen voorstellen als reactie op het probleem van racisme. Elk van deze ideeën moet worden uitgewerkt, maar omwille van de ruimte beperk ik het tot punten:

  • Het probleem van racisme kan niet eenvoudig aan de kant worden geschoven. Er zijn geen snelle oplossingen. De gedachte dat je dit snel kunt herstellen en kunt doorgaan naar het volgende punt moet je loslaten. Je moet je hieraan dus voor de lange termijn voor willen inzetten.
  • Als je blank bent en je wilt je inzetten tegen racisme, verwacht dan geen schouderklopje. Wen liever aan het gevoel veroordeeld te worden omdat je blank bent en aan het schuldgevoel om wat je voorouders hebben gedaan. Dit is slechts een lage prijs als je bedenkt aan het onrecht dat zoveel anderen hebben moeten ondergaan.
  • Als je het probleem van racisme in de maatschappij wilt aanpakken, moet je bereid zijn de reis te maken van zelfrechtvaardiging naar zelfonderzoek en berouw. Dit is een lange, zware reis, moeilijker dan je zou denken en niet voor zwakkelingen.
  • Ga publiekelijk de confrontatie aan met historische vergeetachtigheid, nostalgie en iedereen die verlangt naar ‘die goeie ouwe tijd’. Die tijd was voor lang niet iedereen goed, vooral voor wie niet blank was.
  • Denk na over je taalgebruik. Woorden die we gebruiken bepalen hoe we denken en hoe we tegen de realiteit aankijken. Gebruik bijvoorbeeld niet langer het woord slaven voor Afrikanen die gevangengenomen, getransporteerd en als slaaf verkocht werden. Gebruik liever de term tot slaaf gemaakte mensen.
  • Wees bereid om te luisteren naar verhalen over ellende en lijden. Geef niet toe aan de verleiding weg te lopen voor dingen die je een ongemakkelijk gevoel geven. Hou vol. Dit maakt dat je beter geïnformeerd wordt over wat sommige mensen hebben moeten doorstaan. Laat hun pijn en lijden je persoonlijk raken.
  • Doe onderzoek naar de geschiedenis van mensen van andere rassen. Dit houdt in dat je je inleest over de geschiedenis van het Europese kolonialisme en de slavernij, door de ogen van de mensen die gekolonialiseerd werden en tot laaf gemaakt. Leer opnieuw over de geschiedenis van je eigen ras vanuit het perspectief van de vreemdelingen, mensen die buiten je eigen groep vallen.
  • Kleine dingen die je onderneemt om racisme aan te pakken en de zaak recht doen maken verschil. Het is beter om een paar kleine stappen te zetten, dan niets te doen omdat je je overdonderd voelt over de grootte van het probleem.
  • Pas op voor symbolische goedmakertjes en goedkope toenadering. Pogingen om de diversiteit van eten en muziek te gebruiken, zonder dat de echte rechtvaardigheidskwesties aan bod komen kunnen meer kwaad doen dan goed. Symbolische multi-culti-dingetjes kunnen juist een teken zijn van een diep racistisch systeem.
  • Het is belangrijk om te werken aan structurele veranderingen op het gebied van wetgeving en beleid, maar het onderhouden van de veranderingen die hebben plaatsgevonden is minstens zo belangrijk. Dit betekent dat je voorbij moet aan waar je tegen bent (racisme) en moet institutionaliseren waar je vóór bent (mensen tot hun recht laten komen).
  • Multiraciale vieringen zijn belangrijk als markering van wat er door de jaren heen is veranderd. Dit samenkomen van mensen over de scheidslijnen uit het verleden is belangrijk want het voedt de hoop dat verandering en vooruitgang mogelijk zijn.

De punten die ik hier noemde zijn slechts een aanzet en zeker niet het laatste woord voor het omgaan met racisme. Ik heb ze bedoeld als suggesties voor mogelijke stappen in de richting van rechtvaardiger en vredigere samenlevingen. Zoals het bekende oud-Chinese gezegde: “Een reis van duizend mijl begint met een enkele stap”. Het nemen van die eerste stap kan al het verschil maken.

Tekst: Philip Powell

Dit artikel is met toestemming overgenomen van Jubilee Centre (www.jubilee-centre.org)

Geplaatst op Geef een reactie

Collectieve AA-meeting

Laatst luisterde ik een interview met Volkskrantjournalist Sara Berkeljon. Het ging over haar bundel “De man van nu”, een serie interviews met twintig (bekende) mannen van verschillende leeftijden over hun leven, werk en persoon. Ik spitste mijn oren toen het ging over de verschillen tussen oude en jonge mannen. Mannen als Jan Cremer en Jan des Bouvrie wisten alles en twijfelden nooit. En ze waren er trots op.

Hoe anders was het interview met Alexander Klöpping (1987), de oprichter van Blendle, vertelt Sara. Hij was eerlijk over zijn twijfels als CEO en open over zijn tekortkomingen als mens. Dat gaf ruimte. Volgens Berkeljon heeft deze generatie mannen veel minder moeite met kwetsbaarheid. Hoe komt dat? Uiteraard ligt het aan een andere opvoeding. Maar hun wereld is ook een stuk onoverzichtelijker dan zeventig jaar geleden.

Zelf de slingers ophangen
Veel millennials (de generatie van 1980-2000, dus ik val er met mijn geboortejaar net buiten) startten later op de arbeidsmarkt vanwege de bankencrisis van 2008. Ze verdienen daardoor minder en door de huizencrisis en hun studieschuld, konden ze vaak geen huis kopen. Hun liefdesleven is diverser dan vorige generaties: trouwen, samenwonen, single, wisselende relaties. Alles kan. Carrièreswitch, omscholen, van je hobby je werk maken, alles kan. Je leven is een feestje, maar je moet wel zelf de slingers ophangen. En als dat niet lukt, is het je eigen schuld. Wie kan er leven met zo’n opdracht? 

Opnieuw leren lopen
Ik zie steeds meer mensen uit deze generatie die met vallen en opstaan een tegengif ontdekken: eerlijk en open zijn over je eigen tekortkomingen. Ik kan het niet alleen en dat hoeft ook niet. Als je bent opgevoed met ‘flink zijn’, is dit zo paradoxaal dat kwetsbaarheid voelt als opnieuw leren lopen. Onderzoeker Brené Brown schreef er een wereldwijde bestseller over: De kracht van kwetsbaarheid.

Collectieve AA-meeting
Hoe revolutionair ‘kracht in zwakheid’ ook mag klinken, het begrip gaat al bijna tweeduizend jaar mee. De kerkvader Paulus schrijft er al over in een van zijn brieven: “Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid. […] In mijn zwakheid ben ik sterk.” Wie doet alsof alles perfect gaat, hoeft ook geen hulp te verwachten, maar kwetsbaarheid werkt enorm aanstekelijk. Het is een soort collectieve AA-meeting: “Hallo, ik ben Alec en ik ben onvolmaakt.” “Hallo, Alec!”

Tekst: Alec Timmerman
Fotocredit: Marsupium Photography, CC BY-SA

Geplaatst op Geef een reactie

Relax! Blijf bij jezelf, blijf bij Jezus

Aanvaard zijn zoals je bent door God is een belangrijk thema in het Nieuwe Testament, maar verandering naar Jezus’ beeld ook. Hoe zit dit, wat kunnen we hieraan doen?

Onlangs hoorde ik van een kennis dat haar zoon die nog niet zo lang christen is, behoorlijk in de knoop is gekomen met zichzelf. Hij vond het moeilijk om zijn radicale ideaalbeeld van een christen bij te benen en begon zelfs trekjes van een burn-out te vertonen. Het is niet de eerste keer dat ik zoiets hoor over jonge christenen en ik herken het ook van mezelf toen ik nog jong was en iets minder grijs. Je bent enthousiast en wil er helemaal voor gaan. Er ontstaat alleen wel een probleem wanneer je tegen je tekortkomingen aanloopt en je jezelf zonder succes wilt veranderen. Maar wees gerust, relax en adem even uit. We hoeven namelijk onszelf helemaal niet te veranderen. Wij hoeven niet op onze tenen te lopen, maar wij veranderen van binnenuit door de Heilige Geest. Dit wordt duidelijk in Johannes 15, waar Jezus het heeft over de wijnstok. Dit is een van de mooiste metaforen voor het leven door de Geest. Ik wil dit gedeelte als volgt samenvatten:

• Vrucht dragen (verandering naar Jezus’ beeld) gaat niet primair over wat wij doen maar wat God doet. Wij worden vergeleken met ranken die verbonden zijn met de wijnstok. Het DNA van de wijnstok bepaalt wat er in of door de ranken gebeurt. De vrucht die tevoorschijn komt is Gods werk.

• Vrucht dragen is dus geen prestatie maar een logisch gevolg. De vrucht is een wonder en tegelijk is het ‘onvermijdelijk’, het kan niet anders. Het is een organisch proces dat als vanzelf plaatsvindt, zolang de sapstroom uit de wortel niet wordt afgesneden.

• Vrucht dragen is geen plicht maar een belofte waar we op mogen rekenen. Het bijzondere van het geestelijk leven is dat God ervoor garant staat. Het zwaartepunt ligt bij Hem. Het is aan ons om in Hem te blijven, wat wil zeggen dat we in verbondenheid met Hem leven.

• Vrucht dragen gaat vanzelf maar het is iets anders dan wildgroei. De ranken moeten worden gesnoeid om te zorgen dat er voldoende vrucht aan kan komen. In Hem blijven is niet de dingen op z’n beloop laten. Het vraagt om focus, concentratie en discipline.

• Vrucht dragen gaat niet primair over ons gedrag maar over wie wij zijn. Het is typerend dat de vrucht van de Geest gaat over ons karakter, ons hart. Als je Galaten 5:22 leest, zie je een plaatje van iemand die vol is van liefde: een portret van Jezus.

God wil ons graag veranderen zodat we steeds meer worden zoals Jezus. Het mooie is dat dit een proces is dat van binnenuit gebeurt. Het gaat er niet primair om dat wij moeten proberen aan allerlei criteria te voldoen. We worden aanvaard zoals we zijn: we zijn oké, we zijn geliefd. God houdt van ons zoals we zijn… maar Hij houdt teveel van ons om ons te laten zoals we zijn. Daarbij wil God natuurlijk graag dat die verandering echt is, dat het van binnenuit komt. Dat staat haaks op al die vormen van beïnvloeding die wij kennen: Pavlov, sociale controle, indoctrinatie etc. Het gaat God niet om uiterlijke aanpassing maar om verbondenheid en participatie. In de relatie groeit het verlangen om te gaan lijken op Jezus, omdat we steeds meer van Hem onder de indruk raken. En het mooie is dat we niet hoeven te doen als Jezus, maar dat we mogen worden als Jezus.

Gezonde voedingsbodem
We zien dus dat verbondenheid met Jezus leidt tot gezonde groei. Die groei gaat als vanzelf, daar hoef je bij wijze van spreken niets voor te doen. Jezus spreekt over het in Hem blijven. Dat gaat over het op Hem afgestemd zijn, verbonden zijn. Eigenlijk gaat het over de houding van voortdurend gebed. En dan niet op de manier van eindeloos tegen God aanpraten, maar het Hem betrekken, overleggen, online zijn. Gebed op deze relationele manier creëert verwachting, ruimte voor God om ons te zegenen, zijn dingen in en door ons te realiseren. Kortom, als we met Hem in verbinding staan, kan het niet anders dan dat we vruchtbaar zijn. Als die vrucht ontbreekt kunnen we ons beter afvragen wat in de relatie de liefde blokkeert dan in de kramp schieten en harder ons best doen.